Manuele therapie

Een manueeltherapeut is een fysiotherapeut die na zijn opleiding fysiotherapie een opleiding manuele therapie heeft gevolgd met een duur van gemiddeld vijf jaar.

Er bestaan verschillende opleidingen tot manueeltherapeut, waardoor er verschillen zijn in visie en behandelwijzen.

Manuele therapie is een onderzoek- en behandelmethode van  de gewrichten van de romp, nek, armen en benen. In een eerste gesprek zal de manueeltherapeut o.a. vragen naar het ontstaan van de klachten, wanneer de klachten optreden, hoelang de klachten bestaan en wat de klachten doet toe- of afnemen.Daarna volgt lichamelijk onderzoek waarbij de houding en het bewegen worden beoordeeld en de gewrichten met specifieke bewegingen worden onderzocht.

Op grond van de verkregen onderzoeksgegevens kan een diagnose worden gesteld. Samen met de patiënt zal de manueeltherapeut beslissen of er behandeld kan worden of dat de patiënt terug gaat naar de verwijzend arts met een rapportage van de manueeltherapeut. De behandeling die volgt zal tot doel hebben de functie van de gewrichten te verbeteren

Tijdens de behandeling maakt de manueeltherapeut gebruik van specifieke bewegingen in de gewrichten. De manueeltherapeut probeert verminderde of opgeheven beweeglijkheid te herstellen of teveel aan beweging te stabiliseren door middel van training.

Soms vult de manueeltherapeut deze behandeling aan met manipulaties ( volksmond ‘kraken’). De gewrichten worden dan wat sneller bewogen. Daarbij kan een knappend geluid gehoord worden. De meeste patiënten ervaren dit als een kortstondig vreemd gevoel, maar vinden het over het algemeen niet pijnlijk

In het algemeen is manuele therapie geschikt voor klachten die, behalve met pijn, ook gepaard gaan met het slechter kunnen bewegen van een gewricht of gewrichten. De effecten van manuele therapie zijn vaak direct merkbaar: de functie van de gewrichten verbetert, de houding verbetert en het bewegen verloopt gemakkelijker.

Enkele voorbeelden:

  • hoofd- en nekpijn met het slecht kunnen bewegen van de wervelkolom;
  • nek- en schouderklachten die uitstralen tot in de armen;
  • rugklachten hoog in de rug met rib en borstpijn;
  • lage rugklachten ,eventueel met uitstralende pijn naar de benen;
  • bepaalde vormen van duizeligheid die opgewekt worden door het bewegen van de nek;
  • kaakklachten, eventueel in combinatie met nekklachten;